Petrus en de trainingsacteur

Ik word gebeld door Peter Timmers.

“Ze zoeken iemand die ‘Omgaan met lastig gedrag’ wil oefenen met Petrus.
Is dat iets voor jou?’

“Petrus?”

“Van de Hemelpoort.
Hij laat steeds meer mensen binnen.
God klaagt steen en been.
Straks is de Hemel een ordinaire hangplek, zei Hij.
En is er geen verschil meer met de Hel.”

“Wat is de locatie?”

“Een zaaltje in het Voorportaal. Er staat een flipover.
Lunch is geregeld.”

“Hoe kom ik daar in vredesnaam?”

Peter zegt:
“Dat is een goeie vraag.”

“Als ik ervoor moet sterven doe ik het niet!”

Peter zegt dat hij gaat informeren en dat hij me zo terugbelt.
Ik ga op een stoel zitten.
Het mooie van mijn vak is dat je nog eens ergens komt.
Achter de schermen. In andermans keuken.
Misschien krijg ik een rondleiding in de Hemel.
Of mag ik een kijkje nemen in de Hel.
Spectaculair.

Peter belt terug.
“Geregeld. Je hoeft niet dood.
Je wordt in een geblindeerde taxi naar je bestemming gebracht.
Je krijgt een extra dagdeeltje van me.
Ik stuur je de bevestiging.”

Peter kan de zaken goed regelen.
Een chauffeur houdt het portier voor mij open en ik stap achter in een zwarte Taxi Deluxe.

“Fijn dat u er bent en dat u dit werk wilt doen.”

In de leuning staat een kopje dubbele espresso te dampen.
Op een zilveren schoteltje liggen 2 pastéis de nata.
Ik mag ze beide opeten want ik ben de enige passagier.

De limousine trekt geluidloos op.

We zoeven.
Een melange van koffie, citroen, kaneel en parfum vult de ruimte.
Ik kan alleen nog maar mijn ogen sluiten en gelukkig zijn.

“We zijn er. U mag uitstappen.”
Het schemert.
Ik vraag hoe laat het is en welke kant ik op moet lopen.

“Er is geen tijd. Daar is het Licht.”

Dan rijdt ze weg in haar Taxi Deluxe.
Die wit is.
Ik dacht zwart maar ik denk dat ik me heb vergist.

Ik loop naar het Licht.
In de verte hoor ik gemurmel van mensen.
Geroezemoes.
Af en toe ook roepende kinderstemmen.

Ondanks het Licht zie ik niemand, behalve een gedaante op een stoel.
Hij zit voor een gesloten poort een boek te lezen.
Ik loop naar hem toe.
Hij kijkt me recht aan.

Een gloed van warmte en kou trekt door mijn lijf.
In een ogenblik zie ik liefde en smart.
Hand in hand zoals het hoort.
Vreugde versmolten met verdriet.

Hoe moet ik ooit afscheid nemen van een dierbare?
Of een dierbare van mij?

“Goedemiddag. Bent u Petrus?”

“Ja dat ben ik. En u bent niet dood dus komt u niet in aanmerking om binnengelaten te worden.
Bovendien heb ik pauze.”

“Ik ben trainingsacteur.
Ik kom ‘Omgaan met lastige gesprekken’ oefenen..met u.”

“U bent al begonnen zeker. Door wie bent u gestuurd?”

“Peter Timmers van Buro Wittenburg.”

“Die ken ik niet.
Luister, ik ga niet oefenen. Ik heb geeneens een casus.”

Hij zucht.
Dan leest hij verder in het boek.
Ik zie de titel op het kaft: ‘Wat je kunt doen kan je ook laten doen’
De laatste ‘doen’ staat tussen haakjes.

Ik denk er over na.
Petrus kijkt op van zijn boek: “Ik ga echt niet oefenen, hoor.”
Ik zie de wanhoop in zijn ogen.

Ik bel Peter Timmers en leg de situatie uit. De lijn kraakt.
Hij zegt dat hij er achter aangaat en mij zo terugbelt.
Dat doet hij ook, want hij kan de zaken goed regelen.
Maar dat zei ik al.

“Petrus moet oefenen. De Here God staat erop. Geen discussie mogelijk.”

Ik onderdruk een vloek. Dat heb ik weer.
Peter zegt: “Je krijgt er een bonus bovenop.”

Dan valt de lijn dood.

Ik ga naar Petrus toe die veinst dat hij ingespannen zit te lezen.
Ik haal diep adem:

“Petrus mag ik je aandacht alsjeblieft? Dank je.
Ik heb slecht nieuws voor je.
Dat zal ik volgens de regels van een slechtnieuwsgesprek aan je geven.
Te weten:
1. Ik geef je zonder omhaal het slechte nieuws.
2. Ik laat je daarna uitrazen en zal je daar waar mogelijk gevoelsreflectie geven.
3. Tenslotte zal ik samen met jou verdere mogelijkheden onderzoeken.

Ook wel ‘dreun-kreun-steun’ genoemd.
Let op dan hebben we de theorie alvast gehad.
Ik begin nu.

1. Jouw leidinggevende de Here God stelt het oefenen met mij, de trainingsacteur, verplicht.
Er is geen ontkomen aan. Niet meedoen is geen optie.”

Petrus loopt meteen rood aan.
Hij staat op en begint langzaam heen en weer te lopen.
Het zweet druipt van zijn voorhoofd en loopt met straaltjes langs zijn nek naar beneden zijn hemd in.
Vervolgens wordt hij blauw in zijn gezicht.

Ik wil zeggen: “2. Ik zie dat het je raakt..”

Maar Petrus staat plots stil en geeft een huiveringwekkende langgerekte schreeuw die dwars door het heelal heen galmt.
Daarna wordt het doodstil.
Het geroezemoes van duizenden mensen en het gegil van even zoveel kinderen stopt voor even.
Misschien maar twee tellen.
Hoelang die tellen duren weet geen mens, want op deze plek bestaat geen tijd.

Petrus is gelukkig niet meer blauw. Met holle ogen kijkt hij naar me.
Ik loop naar hem toe. Ik leg mijn hand op zijn schouder.
Het zinnetje ‘Zo erg is het oefenen met een acteur nu ook weer niet’, spreek ik niet uit.

Zonder te snikken, stromen de tranen over zijn wangen.
Zijn gezicht is doorweekt.
Toch blijven de lijnen en contouren van zijn gelaat scherp als een mes.
Kwetsbaar.

Petrus aarzelt.
Ik fluister hem toe: “What happens in the sky, stays in the sky”.

Hij prevelt:

“De Here God ziet mij niet meer. Het wordt Hem te machtig, denk ik.
Hij flikkert alle gestorvenen bij mij over de schutting.
En als ik creatief word met mijn deadlines stuurt Hij een trainingsacteur op mijn dak.
Lekker dan.

Ik laat ze tegenwoordig allemaal binnen.
Bijna allemaal..

Goed en kwaad. Welles nietes.
De één of de ander. Wij of zij. Jij of ik.
Winnen, verliezen. De hemel, de hel.
En maar bijdehand discussiëren.
De ene mening na de andere.
Oeverloos.
Ik ben er helemaal klaar mee.”

Er volgt een soort gebed:

“Here God, tot hier hebt U mij gebracht.
Nu wil ik reorganiseren.
Laten we onszelf opheffen..opdoeken.
Vervloeien in een groter geheel.

Ik..
Ik hou van bijna alle mensen. Zielsveel.
Echt waar.
Ik heb iedereen aan de Poort gehad.
Laat me nu met rust. Ik wil verder lezen in mijn boek.
Geen rollenspellen meer.”

Petrus zwijgt en kijkt mij aan.

‘Je zit heel dicht tegen een burn-out aan, wist je dat?”, zeg ik.
“Kom, we gaan een stukje wandelen”.

Het Voorportaal is wijds.
Ik beloof Petrus plechtig dat hij geen gesprekstechnieken hoeft te oefenen.
En dat ik tegen Peter Timmers zal zeggen dat hij voorbeeldig met mij gewerkt heeft.
Voor het geval de Here God contact gaat opnemen.

In ruil daar voor laat Petrus mij een piepklein stukje van de Hemel zien.
En zie ik in een buitenaards stadion Cruijff en Maradona in één elftal spelen.

In de hel zie ik hetzelfde tafereel.
Behalve dat de wedstrijd daar vlak voor aanvang wordt afgelast wegens een wolkbreuk.

Terug bij de Poort staat de Taxi Deluxe voor mij klaar, nu in de kleuren van de regenboog.
Ik dacht dat hij wit was maar ik denk dat ik me vergis.
Petrus pakt zijn boek weer op.

“Dat gaat over het Boeddhisme, toch?”, vraag ik.
Hij drukt zijn wijsvinger voor zijn gesloten lippen.

Ik knipoog en stap in.

In de limousine staat de lunch op mij te wachten.
Een kop soep en een broodje kroket.
Gelukkiger kan je een trainingsacteur niet maken.

Alles is, werkelijk waar, goed geregeld.

Kees van Loenen
April 2025